Gedreven door spanning

DE BEDENKERS

Lumina en Kromwijk Elektro slaan de handen ineen binnen het initiatief ‘Gedreven door Spanning!”. Lumina is een detacheringsbureau in de installatietechniek, Kromwijk Elektro is actief op nagenoeg alle disciplines van het e-installatievak. Beide bedrijven werken al veel samen bij grote en complexe installatieopdrachten.

HET VRAAGSTUK

De initiatiefnemers zijn actief in de elektrotechniek − een sector die door digitale transitie en innovatie een grote uitdaging kent om personeel duurzaam inzetbaar te houden. Het is essentieel dat organisaties in deze branche blijven vernieuwen en dat hun medewerkers in die vernieuwing meegaan en mee kunnen.

De installateurs van Kromwijk en Lumina zijn echte praktijkmensen; ze leren door te doen. De huidige bijscholing sluit onvoldoende aan bij de belevingswereld van de medewerkers, waardoor leren als ‘moetje’ wordt ervaren. Ook ligt de nadruk op het behalen van certificaten. Mede door faalangst zijn de slagingspercentages laag (<20%). Dit heeft een negatieve impact op de leercultuur, waardoor verandering op de werkvloer traag op gang komt. Lumina en Kromwijk Elektro willen met hun initiatief de leercultuur binnen hun organisaties verbeteren.

HET !DEE

De initiatiefnemers gaan op zoek naar de persoonlijke beweegredenen en obstakels van installateurs om te leren. In co-creatie met medewerkers ontwikkelen Lumia en Kromwijk Elektro hulpmiddelen die het lerend vermogen van hun organisaties en duurzame inzetbaarheid van het personeel verbeteren. Mogelijke hulpmiddelen zijn mobiele microlearning kennismodules die contextafhankelijke en persoonlijk relevante informatie tonen, gamification voor het vergroten van de intrinsieke motivatie en actieve zelfreflectie. De doelstelling is de kwaliteit van werk te verhogen door fouten en veiligheidsproblemen op de werkvloer met 25% te verlagen en de zogeheten NPS-score te verhogen van 7 naar 9 voor juli 2023. Het inspelen op de intrinsieke motivatie van het personeel zou een verhoging van de NPS-score tot gevolg moeten hebben.

Het project kent vier fases. In co-creatiesessies wordt eerst de leercultuur van de organisaties in kaart gebracht. Samen met medewerkers kijken de in initiatiefnemers waar hun medewerkers enthousiast van worden en wat hen tegenstaat. Op basis van de inzichten uit fase 1 ontwikkelen ze (digitale) hulpmiddelen en leeroplossingen die in de praktijk getest en geëvalueerd worden. De verschillende oplossingen worden in de derde fase verder ontwikkeld. Voor de implementatie wordt een pilottest opgezet met 30 medewerkers. In de laatste fase worden de hulpmiddelen uitgerold bij Lumina en Kromwijk. Partnerorganisaties van ElektroNed worden geïntroduceerd en krijgen de mogelijkheid om vrijblijvend mee te draaien in een kortdurende evaluatiepilot van 6 maanden, die ze zelf kunnen opzetten met een implementatiepakket.

Power Quality leermodules

DE BEDENKERS

KyALIBER (handelsnaam “HyTEPS”) is in 2007 opgericht door Jorlan Peeters. Het is gevestigd in Gemert, Noord-Brabant en zorgt voor de optimalisering en bewaking van de kwaliteit van elektriciteit. Het bedrijf ondersteunt en optimaliseert het hele proces van elektrische installaties, van ontwerp tot gebruik. Met kennis, innovatie en hoogwaardige oplossingen levert KyALIBER een belangrijke bijdrage aan de energietransitie. In haar organisatie staan de werknemers centraal. Die zijn hoogopgeleid en hooggekwalificeerd.

HET VRAAGSTUK

Het is voor KyALIBER steeds moeilijker om goed geschoold personeel te vinden. Dit komt onder andere door een vermindering van het aantal nieuwe goed geschoolde vakmensen die de arbeidsmarkt betreden. Bovendien gaan veel vakmensen met pensioen, waardoor er veel kennis en ervaring wegvalt. KyALIBER is een voorloper op het gebied van elektriciteitskwaliteit met de inzet van Power Quality. Daarmee wil KyALIBER een belangrijke rol spelen in de energietransitie. Om Power Quality aan te kunnen bieden, is actuele kennis van werknemers een vereiste. Bijscholing is lastig en te duur, omdat (schaarse) werknemers grotendeels op locatie bij de klant werken. Mede daardoor is het ook lastig om tijd in te plannen zodat de medewerkers hun specifieke kennis en praktijkervaringen met elkaar kunnen delen. Dit zijn gemiste kansen, met name omdat steeds meer bedrijven zich bij KyALIBER melden voor hun expertise op het gebied van Power Quality.

HET !DEE

KyALIBER B.V. wil dit vraagstuk oplossen met een educatieprogramma voor bestaande en potentiële werknemers, waarin kennis en ervaringen over Power Quality structureel worden aangeboden en gedeeld. Het programma bestaat uit tien modules, met zowel een praktische als een theoretische insteek. De inhoud van de modules is gebaseerd op de wensen uit het werkveld en is ook bruikbaar voor andere industrie- en energietechniekbedrijven, voor techniekstudenten (Fontys en Avans) en in de toekomst mogelijk ook voor trainingsinstituten. Met extra financiering krijgen nieuwe werknemers de kans om via een eenvoudige wijze alle facetten en kennis over Power Quality te leren van huidige werknemers. Ook krijgen nieuwe medewerkers de kans om zich snel en eenvoudig tot volwaardig operationeel elektrotechnisch ingenieur te ontwikkelen. Voor dit idee werkt KyALIBER samen met CO-ED, een specialist in het vakgebied van Power Quality. Het bedrijf zorgt dat de inhoud van de modules geverifieerd wordt. Tevens is de eigenaar van CO-ED werkzaam bij de TU Eindhoven, waardoor ook het didactische aspect is geborgd.

Een leven lang ontwikkelen voor iedereen bij Markhorst

De bedenkers

Markhorst B.V. is een Brabants familiebedrijf dat al jaren actief is in de elektrotechniek. Met omgerekend bijna 50 fulltime medewerkers en een grote groep zzp’ers verzorgt Markhorst e-installaties bij kleine en grote opdrachtgevers in de Kempen. Voor dit idee werkt Markhorst samen met InstallatieWerk, opleider in de elektro- en installatietechniek in Nederland, en met Libra ict, specialist in digitale kennisplatforms. De projectbegeleiding is in handen van Jack & Puck, gespecialiseerd in bedrijfsadvies voor de mkb-ondernemer. Reclamebureau Mula verzorgt de marketingstrategie.

Het vraagstuk

Bedrijven in de elektrotechniek hebben steeds meer moeite om geschikt personeel te vinden. Minder jongeren kiezen voor een praktijkgerichte opleiding en op personeelsadvertenties komen weinig geschikte kandidaten af. Markhorst heeft het daarom in 2020 over een andere boeg gegooid en is gaan investeren in een leven lang leren. Dat maakt het bedrijf aantrekkelijker als werkgever én is goed voor de continuïteit.

Met het geld dat anders in dure advertenties en reclames zou gaan zitten, is de Markhorst Connect Academy opgericht: een eigen opleidingshuis waar leerlingen en zij-instromers ‘op de Markhorst-manier’ worden opgeleid en een erkend diploma halen.

De academy is een succes: nieuwkomers ontwikkelen zich tot volwaardige elektromonteurs, ervaren monteurs ontwikkelen zich als trainer. De leercultuur groeit, maar daarmee is het personeelstekort niet in één keer opgelost. Veel nieuwe medewerkers van Markhorst komen uit Oost-Europa en daar is de academy nog niet op ingericht. Ook biedt de academy nog te weinig doorgroeimogelijkheden voor bestaande monteurs en is er behoefte aan een digitaal platform waarop medewerkers van elkaar kunnen leren.

Het !DEE

De Markhorst Connect Academy wordt op drie manieren uitgebreid. Voor bestaande monteurs komen er aanvullende modules waarmee zij kunnen doorgroeien in het elektrovak, naar een leidinggevende functie of naar een baan op kantoor. Een inventarisatie van de leerbehoeften gaat uitwijzen aan welke modules behoefte is. Vervolgens worden de trainers in het aanbieden van de nieuwe modules geschoold.

De tweede uitbreiding van de Academy verlaagt de taalbarrière voor Oost-Europese medewerkers. Voor hen worden de lessen en modules van de basisopleiding in het Engels en/of Pools vertaald. Daarnaast komen er speciale vaktaalcursussen elektrotechniek waarmee de stap naar ‘eerste projectmonteur’ ook voor Oost-Europese monteurs bereikbaar wordt.

De derde uitbreiding is de toevoeging van een digitaal platform. Alle Markhorst Connectors (dit zijn de studenten en afgestudeerden van de Connect Academy en andere werknemers van Markhorst) kunnen hier informatie uitwisselen en met en van elkaar leren.

De Connect Academy is op dit moment alleen toegankelijk voor medewerkers van Markhorst. Op termijn kunnen echter ook werknemers van andere mkb-bedrijven in de installatietechniek zich hier (tegen vergoeding) laten bij- of omscholen.

Edwin Markhorst neemt op 21 maart 2022 de symbolische cheque in ontvangst voor de totale MKB!deesubsidie

Fenix

De bedenkers

De drie bedrijven achter ‘Fenix’ ontwikkelen allemaal plannen voor energietransitie. NRGYZE ontwikkelt plannen inclusief businesscase en voert die uit tot en met het sleutelklaar opleveren.

Gewoon Gezond Wonen ontwikkelt plannen voor energietransitie in de gebouwde (woon)omgeving en zet daarbij in op betrokkenheid van bewoners. AmperaPark ontwikkelt plannen en voert projecten uit op het snijvlak van energietransitie en e-mobiliteit.

Het vraagstuk

Kleinere bedrijven verliezen in de concurrentieslag om hoger opgeleide werknemers vaak de strijd van grote werkgevers. Dat geldt bijvoorbeeld voor mkb-bedrijven in de energietransitie. Zij hebben moeite om voldoende mensen met een hbo- of universitaire opleiding te vinden en vast te houden. Veel van deze bedrijven deinzen ervoor terug om in medewerkers te investeren omdat ze betwijfelen of ze de investering terugverdienen. Hun angst is dat medewerkers al snel weer ontslag nemen; hetzij omdat het mkb onvoldoende afwisseling en uitdaging biedt, hetzij omdat ze van grote bedrijven een lucratiever aanbod krijgen. Om toch voldoende hoger opgeleide medewerkers aan zich te binden, moet het mkb nieuwe wegen inslaan.

Het !DEE

Voor kleine mkb-bedrijven geldt: wie niet groot is, moet slim zijn. In dit project investeren groepen van maximaal twaalf ondernemingen samen in hun personeel.

Voor instromende medewerkers vormen ze met zijn allen een traineecollectief. Dat collectief doet de trainees een aanbod van een jaar, waarin ze aan opdrachten bij minimaal drie bedrijven werken. De gedachte is dat ze na afloop bij een van die bedrijven blijven werken.

Voor zittende medewerkers zetten de bedrijven samen een rotatiepool op. Hoger opgeleide medewerkers krijgen de mogelijkheid tijdelijk bij andere deelnemende bedrijven aan uitdagende opdrachten te werken. Het resultaat is een aanbod dat voor medewerkers misschien wel aantrekkelijker is dan dat van een groot bedrijf. In het mkb werken ze dichter bij de praktijk en is het werk afwisselender. De afstand tot het management is bovendien kleiner waardoor ze meer invloed op beleid en innovatie hebben. Naarmate meer mkb-bedrijven belangstelling hebben, worden meer groepen van twaalf gevormd. Wellicht wordt hiervoor op termijn een rechtspersoon opgericht. Behalve voor mkb-bedrijven binnen een sector is het idee ook te gebruiken binnen een supplychain of een industrieterrein. Daar waar interesse is, delen de initiatiefnemers kun kennis en ervaring.

Sustainable Business Identity Methode

De bedenkers

Bij dit idee spelen vijf mkb-bedrijven een complementaire rol. Het vraagstuk speelt bij Installatiebedrijf A.J.Loots, ontwikkelaar van zonne-energieprojecten Ecorus, en specialist in planning en forecasting EyeOn. Een bijdrage aan de oplossing komt van merkspecialist DeltaZuid en van 360SDG, dat organisaties helpt met het definiëren en uitvoeren van een duurzame strategie.

Het vraagstuk

Veel mkb-bedrijven hebben moeite om jonge werknemers aan te trekken en te behouden. Deze jongeren, de Generation-Z millenials, zoeken naar zingeving en willen met hun werk een bijdrage aan de wereld leveren. In hun ogen doen mkb-bedrijven te weinig aan duurzaamheid. In de praktijk hebben veel mkb-bedrijven wel duurzame ambities, maar lukt het niet goed om die in te vullen en uit te dragen. Dit speelt onder meer in de hernieuwbare energie- en installatiesector. Bedrijven weten niet hoe ze hun duurzame ambities in de organisatie doorvertalen en hoe ze hun medewerkers in deze verandering meenemen en opleiden. Daarnaast is er een groep mkb-bedrijven die nog geen duurzame ambities heeft geformuleerd. Daar is bewustwording en inspiratie nodig.

Het !DEE

Aan de hand van de Sustainable Business Identity-methode (SBI) kunnen mkb-bedrijven vanuit hun eigen identiteit verduurzamen. De methode helpt bedrijven om hun duurzame ambities gestructureerd uit te werken, intern door te voeren en extern uit te dragen. Daarmee worden de bedrijven aantrekkelijker voor jonge medewerkers. Centraal in de methode staan interactieve workshops waarin mkb-medewerkers een duurzaamheidsstrategie leren ontwikkelen, invoeren en uitdragen. De basis hiervoor bestaat al; nu wordt deze toegespitst op de bouwnijverheid, hightech, industrie en zakelijke dienstverlening in de regio Eindhoven. Daarnaast komt er een digitale scan waarmee bedrijven een nulmeting kunnen uitvoeren. De workshops en de scan worden uitgeprobeerd in de deelnemende mkb-bedrijven. Vanuit elk bedrijf doen twee leden van het management mee, samen met drie tot zes medewerkers. Dit resulteert in een verbeterde versie van de methode. Vervolgens maken ook andere mkb-bedrijven en studenten uit de regio Eindhoven met de methode kennis. Dat gebeurt via netwerk- en brancheorganisaties en instellingen voor hoger onderwijs. Tot slot wordt de methode landelijk gedeeld.

Gezamenlijk ontwikkelen van talenten

De bedenkers

Bij de ontwikkeling van De Kleine Aarde tot kenniscentrum voor circulaire economie zijn vijf mkb-bedrijven en drie mbo-instellingen betrokken. MEWA is gespecialiseerd in kunststofrecycling en ook Maris Projects verwerkt afval tot nuttige producten. Durocan ontwikkelt energiesystemen waarin warmte en kracht optimaal samenwerken en Burg Solar ontwikkelt solarwarmtetechnieken om het gasverbruik te reduceren. New Age Learning is specialist in digitale leeromgevingen voor technische beroepen. Vanuit De Kleine Aarde is onder meer een belangrijke rol weggelegd voor Helicon, aanbieder van groene beroepsopleidingen, SintLucas, vakschool voor creatief talent en het Summa College, een grote organisatie voor mbo in Brainport-regio Eindhoven.

Het vraagstuk

Mkb-ondernemers staan voor grote veranderingen op het gebied van energie. Er komen nieuwe normen in de bouw- en installatietechniek en de overgang van traditionele, fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energiebronnen staat voor de deur. Maar de transitie wordt afgeremd door problemen met human capital. Bedrijven kunnen geen nieuwe technici vinden en de huidige medewerkers missen relevante kennis en kunde. Er is behoefte aan een inspirerende omgeving waar mkb-ondernemers samen onderzoek op het gebied van duurzaamheid kunnen uitvoeren en waar medewerkers en studenten kennismaken met innovatieve technieken. Dergelijke initiatieven zijn er wel in het westen en noorden van Nederland, maar nog niet in het zuiden.

Het !DEE

Bekijk de video om snel een indruk van dit MKB!dee te krijgen.

De Kleine Aarde wordt omgevormd tot een Kenniscentrum Circulaire Economie, waar ondernemers, onderwijs en overheden elkaar ontmoeten en versterken. Het kenniscentrum wordt ingericht met de nieuwste energietechnieken, demo-apparatuur, laboratoria en een digitale leeromgeving. Ondernemers werken hier samen met groepjes studenten aan onderzoeksopdrachten. Er wordt onderzoek gedaan naar innovaties en combinaties van technieken op het gebied van duurzame energie. De bevindingen worden toegepast in de gebouwen op het terrein. Ook worden er cursussen, bij- en herscholingen, keuzedelen en minoren ontwikkeld. Tot slot wordt de opgedane kennis gedeeld in scholingstrajecten, masterclasses en bijeenkomsten rondom circulaire economie voor installateurs, medewerkers energiebedrijven en studenten.

Voortgang

Ruben Maris, projectleider: “De Kleine Aarde in Boxtel omvormen tot een Kenniscentrum Circulaire Economie; dat was wat ik voor ogen had. Zover zijn we nog niet gekomen. Hou het op bureaucratische problemen en politieke onenigheid. Maar die plek, die gaat er komen. Wij laten ons niet stoppen. Het lab hebben we intussen namelijk al ontwikkeld; het staat alleen nog niet in Boxtel maar in mijn eigen bedrijf, in Schijndel. Zodra de vergunningen rond zijn, is het een kwestie van de muren tegelen en een vloertje leggen en dan kunnen we alles zo overhevelen. En er gebeurt ondertussen ook al van alles hoor. Zo hebben we al een voedselbos en een tuin waar we functionele planten als Stevia kweken voor onderzoek.”

Meemaken is begrijpen
“Het lab dat we gebouwd hebben is groot genoeg om te bewijzen dat opschaling naar grotere installaties mogelijk is en tegelijkertijd klein genoeg om het proces aanschouwelijk te maken. Leerlingen kunnen eromheen staan, zelf biomassa toevoegen, de knoppen bedienen en de meters aflezen. En ze zien dat er borrels in het water ontstaan; dat ze dus methaan ontwikkelen wat ze zelf kunnen aansteken. Dat ze dus zelf brandstof creëren. Waar auto’s op kunnen rijden, installaties op kunnen draaien, etc. Ik denk dat dit de beste manier van onderwijs is. Zien is geloven. Meemaken is begrijpen. Dat krijg je niet voor elkaar met een boekje.”

Techniekvonkje ontvlammen
“Samen met Cor Konings van het Summa College werk ik aan een lesprogramma wat scholen kunnen gebruiken. Ons doel: minimale inzet van de docent, maximaal effect bij de leerlingen. En natuurlijk is dat programma ook geschikt voor bij- of herscholingen. De nieuwste technieken, geïnspireerd op processen die moeder aarde al jaren draaiende houden. Natuurlijk kunnen leerlingen dan ook hier op bezoek komen, of ik kom met een draagbaar lab naar de scholen. In de hoop dat ik zo het techniekvonkje laat ontvlammen.”

Feestelijke uitreiking cheque door Mona Keijzer, Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat