De bedenkers
Vooruitstrevende leden van de brancheverenigingen OBN, VMS en AFNL nemen bij dit idee het voortouw. Penvoerder is bestratingsbedrijf De Krom uit Etten-Leur, een familiebedrijf dat in 2017 werd uitgeroepen tot een van ‘Brabants Besten’. De Krom werkt samen met Aannemersbedrijf De Jong Hoogwoud uit Opmeer, koploper in moderne bestratingstechnieken. Bouwbedrijf Romeij levert kennis over trends en ontwikkelingen in bestratingen, en het Radius College (onderdeel van Curio) zorgt voor de opleidingskennis.
Het vraagstuk
De bestratingsbranche heeft een slecht imago. Voor het grote publiek is stratenmaken hét voorbeeld van een zwaar beroep. Medewerkers hebben een lage vooropleiding, gaan op jonge leeftijd al aan de slag en hebben dan vijftig jaar fysiek zwaar werk voor de boeg. Dat houden veel stratenmakers niet zo lang vol. Ze zoeken werk buiten de bouwtechniek of worden arbeidsongeschikt. En dan valt het voor bedrijven niet mee om nieuwe mensen te vinden want weinig jongeren of zij-instromers voelen iets voor zo’n zware baan. De hoop ligt in nieuwe technieken die het vak van stratenmaker weer aantrekkelijk maken. Machinaal bestraten komt in de plaats van het zware handwerk. Veel huidige stratenmakers missen alleen de kennis en vaardigheden die voor machinaal bestraten nodig zijn. Sowieso zijn ze niet gewend om zich (bij) te scholen. En bij de bestaande opleidingen kunnen ze niet terecht, want door teruglopende leerlingaantallen is daar de laatste jaren weinig in onderwijsontwikkeling geïnvesteerd. De vraag is waar de stratenmaker-nieuwe stijl het vak kan leren.
Het !DEE
In een nieuwe leerlijn maken aankomende en huidige stratenmakers op een laagdrempelige manier kennis met de nieuwste ontwikkelingen in het bestratingsvak. Het gaat om een combinatie van klassikale lessen, e-learning en training-on-the-job die wordt verzorgd door ervaren leermeesters in de mkb-bedrijven. Door de samenwerking tussen het onderwijs en de bedrijven sluit de leerstof aan bij de actuele ontwikkelingen. De aanpak is praktisch en interactief en leidt tot kleine, behapbare modules. Deze worden eerst uitgetest in een pilot bij de betrokken bestratingsbedrijven. Als die met succes wordt afgerond, zetten de partners een landelijk kenniscentrum op dat de leerlijn in het hele land gaat uitrollen. Scholen, brancheverenigingen en bedrijven kunnen dan een licentie aanschaffen. De opbrengsten gaan naar het actueel houden van de leerlijn.