
Ervaren vakmensen lopen niet altijd voorop met digitalisering. De metaal beschikt nu over een verrassend middel om hun interesse te wekken en hun techniekkennis te testen: de MAKE Game. Vakmensen op de werkvloer van Terberg Benschop, Walraven en Larsen & Buhl hebben er al ervaring mee. Hans van Zelderen (MAKE Center), Jessica van Dam (Terberg Benschop) en Astrid van der Horst (Walraven Group) vertellen hoe dat bevalt. Wat is de MAKE Game? Hans: “Een serious game die 45-plussers in de maakindustrie bewust maakt van het belang van digitalisering. Je ontdekt welke hard en soft skills je nodig hebt om mee te kunnen in de digitalisering die gaande is binnen je bedrijf. Bijvoorbeeld: we krijgen een lasrobot, wat heeft dat voor gevolgen voor mijn functie? Word ik overbodig of kan ik die lasrobot leren programmeren?” Waarom is dat belangrijk? Astrid: “In ons bedrijf speelt digitalisering sterk. Maar er wordt vaak gedacht dat het lastig is om mensen op de werkvloer zich op dit punt te laten ontwikkelen. Het leuke is dat we deze game juist in de operatie doen, en dat medewerkers er heel enthousiast van worden.” Hans: “In de hele maakindustrie werken veel mensen van boven de 45. Ervaring is iets moois, maar het gevaar is dat je stil komt te staan in je ontwikkeling. In deze game stimuleren we het leren tussen generaties. Gaat het om vakmanschap, dan kunnen jongeren leren van 45-plussers; gaat het om digitalisering, dan kunnen ervaren mensen leren van jongeren. Want die jonge gasten zijn met een telefoon in hun handen geboren.” Hoe zit het spel in elkaar? Hans: “Als deelnemer ga je vijf weken lang op missie. Daarbij kom je collega’s van je eigen bedrijf én andere bedrijven tegen. Je doet online battles (op je tablet, mobiel of pc), volgt e-learnings en voert praktijkopdrachten uit. Veel van het online materiaal staat op oZone, het e-learningplatform van brancheorganisatie A+O. Je wordt begeleid door een coach uit je eigen bedrijf en samen kijken jullie na afloop waar jij je op het gebied van digitalisering kunt ontwikkelen. Aan de hand daarvan ga je scholing of training volgen.”
De MAKE Game
een serious game die 45-plussers in de maakindustrie bewust maakt van het belang, het effect (veranderende functies) en de snelheid van digitalisering
Bedrijvenpartners:
– Terberg Benschop (specialistische voertuigen),
– Walraven Group (productsystemen voor de installatiebranche),
– Larsen & Buhl.nl (productietechnologie)
Branchepartners:
– Koninklijke Metaalunie
– A+O Metalektro (oZone)
Leveranciers:
AtHand (serious gaming)
Opbrengsten (tussenstand):
– enthousiasme bij deelnemers
– succesvolle pilot bij drie bedrijven
Bijvangst:
logische links naar branche-initiatieven oZone en MAKE Center
Beleidsdoelstelling MKB!dee:
investeringen die zorgen voor meer en beter inzetbaar personeel in de technische en ict-sectoren.
Medewerkers spelen de game in principe onder werktijd. Moet je daar als bedrijf veel tijd voor vrijmaken? Jessica: “Dat valt mee: een deelnemer speelt het spel vijf weken lang gemiddeld tien minuten per dag.” Hans: “Daarmee is het effect groter dan wanneer je de game één keer vijf of zes uur achter elkaar zou spelen. De informatie blijft beter hangen en als je de game op je werk speelt, kun je het geleerde direct toepassen in de praktijk.” Jessica: “Bij Terberg Benschop hebben we achter in de hal een laptop gezet waar medewerkers de game kunnen spelen als ze tijd hebben. Ze kiezen zelf wanneer ze dat doen. Naast de tien minuten per medewerker per dag heb je ook tijd nodig voor coaching. In mijn ervaring – in ons bedrijf ben ik de coach – kost dat hooguit een halfuurtje per dag. Ik kijk of iedereen de game heeft gestart en aan het eind van de dag vraag ik of alles is gelukt en of er nog feedback is die we kunnen meenemen.” Stel, ik wil voor mijn bedrijf of branche ook een game maken. Welke stappen zet ik dan? Hans: “Wij hebben eerst een partner gezocht die de game voor ons kon bouwen. Daarna hebben we een projectgroep gevormd die de game kon samenstellen. Naast mijn eigen directeur en de gamebouwer zaten daar de betrokken bedrijven in, evenals de contentmanager van oZone en de eigenaar van Techniekschool Woerden (die demo-opstellingen heeft waarmee je praktijkoefeningen kunt uitvoeren). Toen één van de oorspronkelijke bedrijven afhaakte, zijn we gaan kijken welke bedrijven er nog meer voor openstonden. Dat werden Walraven en Larsen & Buhl. Toen de MAKE Game gebouwd was, hebben we een pilot gedaan met in totaal 35 mensen van de drie betrokken bedrijven.” Wat waren de eerste reacties van de deelnemers? Hans: “Het werd echt een competitie wie de beste is in z’n vak, dat was leuk om te zien. Mensen gingen elkaar uitdagen. In ploegendienst, maar ook in hun vrije tijd: tussen twaalf en één uur ’s nachts zijn heel wat battles gespeeld. Nu zijn we de game aan het optimaliseren voor de volgende groep bedrijven die eraan gaat deelnemen.”
Meestal zijn 45-plussers geen verstokte gamers. Hoe krijg je ze mee? Hans: “Als je mensen een kennislevel hoger wilt krijgen, begin dan bij wat ze herkennen. Anders denken ze: ‘Dit zal wel weer opgelegd zijn door de directie.’ En als ze er het nut niet van inzien, gaan ze ook niet lopen.” Astrid: “En geef veel aandacht aan de eerste groep die meedoet. Dat maakt mensen trots: ‘wij zijn de eersten in het bedrijf die deze gave dingen aan het doen zijn.’” Hans: “Laat bijvoorbeeld de tussenstanden zien, dan gaan anderen vragen: ‘Waar zijn jullie mee bezig? Ik zie mensen een game spelen, wat is dat, wat kan ik ermee?’” Astrid: “Zo ontstaat een sneeuwbaleffect.” Deelnemers aan de MAKE Game worden begeleid door een coach. Is dat belangrijk? Hans: “Heel belangrijk, de coach moet er bovenop zitten. Als de communicatie van de coach naar de werkvloer goed op gang komt, wordt het makkelijker om de game uit te rollen.” Jessica: “Tijdens de game ben je als coach vooral bezig met technische dingen. Hoe maak je een account aan? Niet alle medewerkers zijn handig met mobiele devices.” Astrid: “Als deelnemers eenmaal ‘binnen’ zijn, is het niet zo ingewikkeld meer. Wel is het belangrijk om de game wekelijks in alle relevante overleggen terug te laten komen, zodat het op de agenda blijft.” Hans: “Een extra aanspreekpunt op de werkvloer is ook een goed idee. Als een vraag meteen beantwoord kan worden, blijven mensen gemotiveerd om door te spelen.” Wat is volgens jullie de grootste succesfactor bij het maken van een game? Hans: “Het begint bij goede research. Want je kunt wel dénken dat je weet wat er speelt binnen bedrijven, maar klopt dat ook? Het is essentieel om zowel de bedrijven als de brancheorganisaties erbij te betrekken. Wij hebben bijvoorbeeld informatie ingewonnen bij OOM: hoe ziet het leerklimaat binnen de metaal eruit? Wat weerhoudt mensen om te gaan leren? En wat is al geprobeerd en met welk succes?”
Hoe maak je een game die bruikbaar is voor een hele sector terwijl individuele deelnemers er ook genoeg van opsteken? Hans: “Dat is best moeilijk. Je probeert een gemene deler te vinden, maar het ene bedrijf is actief op het gebied van verspanen en het andere op het gebied van mechatronica of constructie. Daarom hebben wij ons oorspronkelijke idee om medewerkers praktijkopdrachten te laten doen in onze mobiele hub (een Amerikaanse schoolbus) geparkeerd. Daarvoor hadden we ontzettend veel apparatuur moeten aanschaffen. Bovendien kon de bus de weg niet op, omdat door corona de levering van onderdelen was vertraagd. In plaats daarvan zijn we op bewustwording gaan zitten: hoe maken we mensen met deze game bewust van alles wat er met digitalisering gaande is? Dan kom je op generieke vragen en vraagstukken die bij een hoop bedrijven spelen.” Hoe introduceer je de game succesvol binnen een bedrijf? Hans: “Creëer draagvlak bij de directie. Als ontwikkeling gekoppeld is aan de bedrijfsdoelstelling, kun je de rest van de organisatie er veel makkelijker bij betrekken.” Astrid: “Bij Walraven hebben we bijvoorbeeld als doel om medewerkers zo’n tien procent van hun tijd aan ontwikkeling te laten besteden. Daardoor was het makkelijk om ja te zeggen toen de afdeling HR van onze Nederlandse organisatie met dit voorstel kwam en het management van de productie het ermee eens was. Een andere succesfactor is commitment voor het vervolg. Als mensen na de game verder willen met digitalisering, moet je die ondersteuning wél bieden. Anders wordt het heel moeilijk om ze later opnieuw tot ontwikkelen te stimuleren.” Hoe gaat de MAKE Game verder? Hans: “Onze Amerikaanse schoolbus wordt gekeurd en dit najaar alsnog ingezet als kick-off voor de game met enkele andere bedrijven. Zo realiseren we alsnog ons plan om naar bedrijven toe te gaan. Verder zijn we druk met de inrichting van een nieuwe praktijkhal, het MAKE Center. Hier komen nieuwe machines te staan en kan onder andere het leren over digitalisering plaatsvinden. Het is een publiek-private samenwerking van ROC Midden-Nederland, het opleidingscentrum Metaal en diverse bedrijven. Een mooi verlengstuk dus van de MAKE Game dus. Ook onderzoeken we nog of we virtual reality in de game kunnen integreren. Een virtuele tour door het MAKE Center zou een mooie toevoeging zijn.” Voor welke branches is een game rond digitalisering nog meer interessant? Hans: “Zeker voor andere technische branches waar veel ervaren mensen werken en waar praktische mensen met actuele skills hard nodig zijn. De installatie/elektro en de bouw zijn de eerste branches die bij me opkomen.” Welk advies zou je anderen meegeven? Hans: “Begin bij de iets grotere bedrijven in het mkb en betrek kleinere bedrijven erbij als de game eenmaal staat. Grotere bedrijven hebben vaak strategische doelen voor leren en ontwikkelen waardoor je de organisatie makkelijker meekrijgt. Het is ook beter te organiseren. Om deelnemers tegen elkaar te laten spelen, heb je zeker dertig mensen nodig en kleine bedrijven kunnen misschien maar twee of drie deelnemers leveren. Regelen dat iedereen in dezelfde periode beschikbaar is, vraagt al veel afstemming met drie bedrijven, laat staan met tien.” Nog een allerlaatste tip? Hans: “Kijk of je kunt aanhaken bij bestaande, laagdrempelige initatieven die goed toegankelijk zijn voor je doelgroep. Wij hebben onze game een verlengstuk gemaakt van oZone, het e-learningplatform van A+O dat nét in bedrijf was toen wij begonnen. In plaats van zelf modules te ontwikkelen, hebben we in overleg met de bedrijven die modules van oZone geselecteerd die het best passen bij de game. Waarom zou je nog een keer het wiel uitvinden?”