Zeg Urk en je denkt aan vis. Het overgrote deel van de Urker beroepsbevolking leeft dan ook van de visverwerkende industrie. Maar van een leercultuur in de bedrijven is weinig sprake: ‘hard werken en aanpakken’ is het motto. En dat terwijl de ontwikkelingen ook in deze sector bepaald niet stilstaan. André de Vries van I-C-U, vertelt hoe een MKB!deebijdrage daar verandering in kan brengen.
Waar zetten jullie de MKB!deebijdrage voor in?
“Kort gezegd? Een platform en een opleiding. We hebben wat vertraging opgelopen door Corona maar sinds dit jaar zijn we up & running. Het platform is in de lucht en de opleiding draait met twee cursussen: ‘Soft skills’ telt twintig deelnemers en ‘Leiding geven’ heeft er acht. De strategie rondom de communicatie van het platform vaststellen is de volgende stap.”
Met wie doen jullie dat?
“Met een kopgroep van bedrijven die hier de schouders onder wilde zetten. Tijdens het voorwerk voor een andere subsidie-aanvraag hebben we een plan geschreven en dat aan alle leden van de Vereniging van Visgroothandelaren Urk (VVU) voorgelegd om hun interesse te peilen. We zeiden tegen ze: als we dit gaan uitvoeren willen we wel jullie commitment, dat betekent drie jaar lang een bijdrage inleggen van 1500 euro. Toen staken gelijk een stuk of twaalf hun vinger op. En op die groep hebben we ons ook echt gefocust en de rest van de leden met rust gelaten. Want koste wat het kost iedereen erbij betrekken vertraagt alleen maar. Enkele ondernemers gaven aan dan ook te willen meepraten, meedenken en meedoen. Die hebben we in een werkgroep gezet en als klankbord gebruikt.”
Slimme manier om zo’n project van de grond te krijgen!
“Ja en de gemeente draagt er ook nog aan bij, dus voor de borging in de toekomst is het mooi dat we nu jaarlijks zo’n 30.000 euro beschikbaar hebben. Dat was vooraf ook ons doel: eerst met een kopgroep het project in de steigers zetten en dan kijken of de olievlek zich verder uitbreidt. En het heeft er alle schijn van dat het die kant op gaat.”
En zie je al winst?
“Dat een krappe dertig man in een opleiding zitten. Die waren er anders niet aan begonnen dus voor de ondernemers is dat echt wel winst.”
Jullie werken samen met ROC Friese Poort, waarom?
“Daar hebben we een nauwe band mee, ze zijn zeer betrokken bij de visindustrie. De bedrijfstak van Friese Poort heeft het cursusaanbod op ons verzoek helemaal afgestemd op de behoefte van de studenten en de bedrijven. Uiteraard hebben we vooraf goed overlegd: wat is dit voor lespakket, waar komt het vandaan? De leraren hebben erbij gezeten. En nu moet in de praktijk blijken of het ook zo aankomt. Dat monitoren we.”
Als je nu naar het proces kijkt wat is dan het belangrijkste leermoment geweest?
“De afstemming met het onderwijs kostte meer tijd dan gedacht. Dat had voor een deel met de wisseling van de wacht te maken met de vestigingsmanager, maar ook wel met wennen aan elkaars cultuur. Het kost tijd om de neuzen tussen onderwijs en bedrijfsleven dezelfde kant op te krijgen. Dat heb ik in de afgelopen jaren wel geleerd, dat er over en weer dan wel wat geduld moet zijn.”
Stel dat je dit project nog een keer zou doen, wat zou je dan nu anders doen?
“Ik denk dat ik dan de planning en structuur wat strakker zou trekken. Ik merk dat ze daar bij het onderwijs in vergelijking tot het bedrijfsleven meer behoefte aan hebben. Friese Poort is een schakel binnen een groter opleidingsinstituut, die moeten intern natuurlijk ook weer verantwoording afleggen. Dat was voor mij een leerpunt.”
En wat is er voor nodig om dit project tot een succes te maken?
“Continuïteit natuurlijk. Er moet natuurlijk wel voortdurend content ontwikkeld worden, aanwas van nieuwe bedrijven bijkomen en we willen meer opleidingen starten. Dat hebben we met de inleg van die 1.500 euro proberen te borgen. En we verwachten dat het op deze manier wel gaat lukken want de vaart zit er lekker in: we hebben een mooi, professioneel platform en twee opleidingen die draaien. Nu we resultaat hebben bellen bedrijven ons met de vraag of ze ook kunnen meedoen, dus de bal rolt.”
Stel iemand anders gaat zo’n project opstarten, heb je daar een tip voor?
“Een praktische, namelijk dat je een realistische planning moet opstellen waarin je rekening houdt met tegenslagen. Bij ons hielp Corona niet mee, het was een moeilijke tijd voor de visindustrie. Het vergde een hoop tijd en energie voor we alle partijen weer in de meewerkstand hadden.
Wat nog een punt is: het succes van dit project is deels afhankelijk van de kwaliteit van de leerkracht. Als zo meteen de helft van die dertig cursisten zegt: ‘Pff, dit was m’n eerste en gelijk m’n laatste cursus’, dan is het hier op Urk klaar. We hebben er daarom vooraf veel tijd in gestoken en daar ook met onze loopbaanadviseur afspraken over gemaakt dat hij één of twee keer een les bijwoont om te proeven en waar nodig tips & tricks te geven. Hij zit er bovenop dus dat komt wel goed.”
Het vergt veel aandacht maar dan staat het wel, dat is waardevol
“Ja en ik moet zeggen, die kopgroep is solide gebleven, het commitment bleef overeind ondanks dat het op een gegeven moment wat trager ging. Misschien scheelt het dat we al een tijdje bezig waren voor we subsidie aanvroegen. Dat is nog wel even goed om te vermelden: die MKB!dee-subsidie zorgde ervoor dat we konden vliegen want het was een substantiële bijdrage. En dat heeft z’n succes wel bewezen. Al met al zijn we heel tevreden.”